Bierglas

Elk biertje zijn glas



Eén van de belangrijke factoren bij het proeven van bier is het glas waaruit gedronken wordt. Uiteraard spelen temperatuur en omgeving eveneens een belangrijke rol, maar genieten van een biertje dat in het perfecte glas werd geschonken is op zich al een heerlijk moment.  Het enige bier dat naar mijn gevoel dient gedronken worden uit het origineel glas is ons welgekende sterk blond Belgisch bier, Duvel. De andere bieren die ik degusteer schenk ik in een snifter, voor mij een ideaal glas waaruit je nagenoeg elke bierstijl kan proeven. Uiteraard gaat deze regel niet op voor alle bierstijlen, want een pilsbier drinkt men normaal uit een pilsner glas, maar toch, zelfs een pilsbier uitgeschonken in een snifter behoudt langer zijn aroma en kan zo beter geroken en geproefd worden, maar dat is natuurlijk een persoonlijke mening...


SNIFTER 

Voor de “snifter” bestaat bij mijn weten niet echt een Nederlandse vertaling, maar het is vergelijkbaar met een uit de kluiten gewassen cognacglas. De onderkant van dit glas is bol, en naar de bovenkant toe gaat het naar een smallere mond. Hierdoor worden de smaken en het aroma van het bier langer vastgehouden in het glas. Dit glas is uitermate geschikt voor het degusteren van bieren met een stevig aroma.


TULP 

Het “tulp” glas. De naam zegt het zelf, dit glas heeft de vorm van een tulp. Een rond en volumineus glas, dat naar boven nauwer wordt en dan terug iets breder gaat. Deze vorm kent nagenoeg iedereen, want hij komt overeen met het Duvel glas waarover ik hierboven sprak. Door de voet van het glas, en evenzeer de volumineuze body, gaat het bier niet te snel opwarmen en kan het zo op de perfecte temperatuur gedegusteerd worden. De vernauwing van het glas naar de bovenkant toe houdt – net zoals bij de “snifter” – de smaken en aroma’s langer vast. In het glas kan het bier goed kolken en schudden, waardoor het volle karakter van het bier goed tot zijn recht komt. De vorm bovenaan zorgt ervoor dat het hop aroma direct de neus wordt ingeleid. Dit glas zorgt ook voor een ruime schuimkraag. Geschikt voor bieren met een stevig aroma, speciaal bieren gerijpt op hout, maar ook voor lambiek en geuze bieren. 


KELK 

Een “kelk” glas. Een dikke voet staat onder dit glas, en daar bovenop een stevig groot kelkvormig glas. Dit glas heeft een dikke wand, die soms naar de mond toe wat dunner wordt. Door zijn ruime vorm kan het koolzuur in het bier rijkelijk borrelen waardoor het bier levendig gehouden wordt, dit om een volle smaak te garanderen. Geschikt voor de trappisten en abdijbieren.


SMALLE KELK 

Een variant op het vorige glas is de “smalle kelk”. Dit glas heeft eveneens een zwaardere voet met daarop een vol glas, dat iets langer is, waardoor een wat grotere schuimkraag kan geschonken worden. De vorm laat eveneens toe dat een flinke slok kan genomen worden zonder last te hebben van het schuim. Meer geschikt voor bieren met een intense moutsmaak, voor volle ale bieren en voor wat zwaardere pilsbieren.


PINT 

De “pint” is een veel gebruikt en gekend glas. Ontworpen op duurzaamheid en om te stapelen, is dit glas nagenoeg cilindervormig, aan de mond licht toelopend en een wijde mond, met vaak subtiele rondingen aan de bovenkant. Dit is de meest simpele vorm die we kennen, en die in vele café’s en kleine brouwerijen gebruikt wordt. Oorspronkelijk werd dit glas dus ontworpen op duurzaamheid, want het moest heel lang meegaan, en het moest ook stapelbaar zijn zodat het makkelijk kon weggezet worden. Dit glas is veelal geschikt voor medium fruitige bieren met een krachtige bittere hopsmaak en hopgeur. 


PILSNER 

Een meer luxueuzere uitvoering van het vorig glas is de “pils” of “pilsner”. Dit glas is lang en slank, gevormd om de hopgeur naar de neus te leiden. De kleur en de helderheid van het bier is zeer goed te zien en bovendien kan een zeer goede schuimkraag in dit glas geschonken worden. Uitermate geschikt voor vele verschillende bieren, lichte bieren met mild bittere hopsmaak en -geur.


TUMBLER 

De “tumbler” is een kruising tussen een pint glas en een witbier glas. Dit glas vinden we in vele uitvoeringen, traditioneel met rechte of licht gekromde wanden. Vooral geschikt voor tarwebieren met hun fruitige smaak en een laag hopgehalte.


WITBIER 

Het “witbier” glas is groot en ontworpen voor volume en pluizige schuimkoppen. De fruitige aroma’s van tarwebier komen goed uit in dit glas. Het is een lang en sjiek glaswerk met dunne wanden die de heldere kleuren goed laten zien. Eveneens zoals de “tumbler” geschikt voor tarwebieren dankzij de fruitige smaak en een laag hopgehalte.


FLUIT 

De “fluit” heeft een zeer elegant uiterlijk en wordt niet zo vaak gebruikt voor bieren. Door het lange en smalle ontwerp behoudt het glas koolzuur en de sprankelende bubbels – waardoor het veel wordt gebruikt voor schuimwijnen – en bovendien toont het de kleur goed. Het glas is dunner in het midden en aan de onderkant waardoor het bouquet naar boven wordt geduwd, wat zorgt voor een plezierige aromatische beleving. Het glas accentueert de delicate fruittonen en de elegante fruitige hopsmaak. Vooral geschikt voor lichte, frisse en fruitige bieren.


PUL 

De “pul” is een traditioneel glas om mee te toasten, dat je in veel vormen en maten kan vinden, en dat ontworpen is voor grotere hoeveelheden bier. Daarom is het veel te vinden in maten van een halve liter, een liter of zelfs groter. De dikte van het glas isoleert het bier beter, waardoor het geschikt is om een grotere hoeveelheid bier te bevatten. Het best geschikt voor volle bieren met een frisse smaak, niet al te bitter, gebalanceerd moutig en bescheiden hoppig.


PROEFGLAS 

Uiteraard zijn er nog tal van andere glazen op de markt, maar hierboven heb je toch al een opsomming van de meest voorkomende. Meer en meer, en ook op vele bierfestivals, wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van een “proefglas”. Deze zijn in vele vormen en maten te krijgen en genieten al dan niet de voorkeur van de bierproever. 


Welk glas je nu ook wil gebruiken, het komt er op neer dat je je goed moet voelen bij het degusteren uit een welbepaald glas. Net zoals smaken verschillen heeft ieder wel “zijn” ideaal proefglas.


XL-5

Bij het bier (of wijn) proeven wordt veelal gebruik gemaakt van het XL-5, oftewel ISO-glas. Het gebruiken van dit type glas bij het bier (of wijn) proeven voorkomt onderlinge verschillen tijdens het keuren van verschillende bieren. Een breder glas zal immers een donkerder kleur geven dan een smaller glas. de vorm van het glas garandeert ook dat het aroma van elk bier op dezelfde manier tot zijn recht komt. De kenmerken van het glas zijn volledig beschreven, zoals je kan zien in de bijgevoegde tekening. 


Royal Leerdam AnDer 1.0

Verder is er nog een bepaald type glas dat meermaals naar boven wordt geschoven als het ideale proefglas, het Royal Leerdam AnDer 1.0 glas. De mond van dit glas is zeer klein gemaakt, waardoor uiteraard aroma’s minder snel het glas zullen verlaten.


Zo, een hele reeks glazen besproken, laat dit een kleine leidraad zijn om een bepaald type glas te kiezen voor een bepaald bier, of een proefglas te kiezen wanneer meerdere bieren na elkaar worden gedegusteerd.


Cheers!